Voor kinderen is het erg leuk het hele proces van zaadje tot plant mee te maken. Door je eigen zaad te oogsten en uit dit zaad een nieuw plantje te laten groeien, leren ze over de cycli van de natuur.
Zaad winnen en opkweken is eigenlijk heel logisch en niet moeilijk. De natuur doet het zelf ook. Vrijwel elke plant verspreidt zaad waaruit nieuwe plantjes groeien. Je moet alleen weten welke planten je hiervoor gebruikt.
Zo is er F1 hybride zaad dat is ontwikkeld om beter bestand te zijn tegen ziekten of waarbij uit de ouderplanten de beste eigenschappen zijn gehaald. Heel mooi, maar dergelijke zaden zijn niet zaadvast. Je hebt niet de garantie dat de nakomelingen dezelfde goede eigenschappen hebben. Vaak is dat juist niet zo. De plant is gekweekt om één keer te schitteren, niet om zijn beste eigenschappen door te geven. Zaden van planten uit F1 hybride zaad gebruik je dus niet.
Wat je wel doet is zaad winnen uit je sterkste plant met de grootste opbrengst. Als deze plant niet uit F1 hybride zaad is opgekweekt, is er een kans dat de sterke eigenschappen wel worden doorgegeven. Let erop dat de plant kerngezond is en geen ziekte heeft die kan worden doorgegeven.
Hebben de planten bijvoorbeeld een schimmelziekte, dan mag je hiervan geen zaad meer oogsten.Zo kunnen de zaadjes van kolen knolvoet doorgeven. Heb je dit eenmaal in je moestuinbodem, dan kom je er heel moeilijk vanaf en zullen koolplantjes slecht groeien.
Wacht tot het zaad (de vrucht, boon of bloem) helemaal rijp en ontwikkeld is. Dan heb je volgroeid zaad dat alle voedingsstoffen in de zaadlobben heeft opgeslagen, die nodig zijn om succesvol te groeien.
Tip: verwijder het vlies (het kaf) van de zaden met een vergiet en een zeefje. Ook door te wannen (schudden in de wind) krijg je schone zaadjes die beter houdbaar zijn.
Welke soorten planten?
Het allermakkelijkste is de boon. De zaden zijn de bonen of erwten die in de peulen zitten. Je kunt ze heel gemakkelijk oogsten. Laat ze een paar weken drogen, stop ze even in de vriezer zodat eventuele bonenkevers dood gaan (die eten de boon van binnenuit op) en bewaar ze in een zakje of speciaal doosje.
Hier vind je zaadzakjes en zaaddozen.
Bonen geven zaad in hetzelfde jaar als waarin ze geteeld worden, ze zijn eenjarig. Hetzelfde geldt voor bosbessen, sla, postelein, tuinkers, tuinmelde, rucola, spinazie en tomaat. En dan zijn er de eenjarige bloemen die zichzelf uitzaaien op dezelfde plek.
Groentebloemen
Bij spinazie, prei, kolen en slasoorten komen er als je de groenten laat doorschieten bloemen waarin zaadjes groeien. Vaak zijn deze zaadjes heel fijn, zoals bij sla. Je oogst ze door de bloemen af te knippen en in een plastic zakje te steken. De zaden vallen na verloop van tijd uit de zaaddozen. Je kunt ook een zakje om de bloem aan de plant hangen. Ook hier zullen de zaden na een tijdje in het zakje vallen. Vind je dit teveel gedoe, dan koop je gemakkelijker voor een paar euro een zakje zaad.
Gewonnen zaad is als je het goed droogt gemiddeld drie jaar houdbaar, maar dat kan variëren van één tot meer dan vijf jaar, afhankelijk van het gewas.
In de MAXI-cursus leer je alles over het oogsten, de houdbaarheid èn het bewaren van zaden.
Kruisbestuiving
Bij sommige planten – pompoen, komkommer en courgette – kan er sprake zijn van kruisbestuiving (met een andere plant, soms een ander ras) waardoor je niet weet wat voor plant je uit de zaadjes zult krijgen. Die kruisbestuiving kan wel over een halve kilometer plaatsvinden!
Pompoen kan ook zijn bestoven door giftige kalebassen, waardoor het zaad niet meer geschikt om pompoen voor consumptie te telen.
Bij pompoen is het daarom het beste de bestuiving met de hand te doen als je raszuivere pompoenen wilt waarbij je de goede eigenschappen behoudt van de moederplant. Ook bij komkommer en courgette is er soms sprake van kruisbestuiving waardoor de opbrengst anders is dan je verwachtte en is met de hand bestuiven nodig als je dit niet wilt. Maar voor een kinderexperiment is kruisbestuiving niet zo’n probleem. Het resultaat smaakt alleen soms anders dan de groente waarmee je begon.
En soms krijg je een bijzonder resultaat, zoals bij spruitjes en boerenkool die elkaar gemakkelijk bestuiven als ze bij elkaar in de buurt staan. Het resultaat is een grappige kruising tussen de twee planten.
Let op een bittere smaak
Als je courgette en komkommer uit zelfgewonnen zaad opkweekt, let er dan op dat de nieuwe oogst niet bitter smaakt. Die bittere smaak komt bij deze gewassen door de stof cucurbitacine. Die zat vroeger van nature in courgettes en komkommers om te voorkomen dat dieren de groente zouden opeten. Telers hebben de giftige stof de afgelopen eeuwen met kweekprogramma’s eruit gekregen, maar als mensen uit eigen zaad groenten kweken, kweken ze deze stof er soms weer in.
En dat kan levengevaarlijk zijn, zo blijkt uit een verhaal uit Duitsland. Daar teelde een man elk jaar courgettes met zelfgewonnen zaad. Na zijn laatste courgette heeft hij het niet kunnen navertellen, een dodelijk gehalte aan cucurbitacine werd hem fataal. Het is niet duidelijk of hij de stof door steeds weer zaden van de nakomelingen te gebruiken voor de volgende oogst heeft teruggekweekt of dat bij zijn courgettes kruisbestuiving plaatsvond met een niet voor consumptie geschikte kalebas of siercourgette.
Vruchtgewassen
De tomaat is net als de pompoen een vruchtgewas. Bij de tomaat is er niet snel sprake van kruisbestuiving. Het is een gemakkelijke plant om zaad van te gebruiken. Wat je bij de tomaat wel moet doen, is het slijmerige laagje van het zaadje afhalen. Dat slijmlaagje voorkomt dat het zaad voortijdig ontkiemt als het vochtig blijft, maar als je zaadjes droog wilt bewaren, is het juist niet handig. Dan haal je het laagje liever weg. Leg de zaadjes met wat water in een bakje. Zet het bakje op een warme en lichte plek (bij het raam). Na een dag of vijf is de inhoud van het bakje schimmelig geworden. Verwijder de schimmel en spoel de zaden in een zeef onder stromend water af. Laat ze vervolgens goed drogen op een theedoek of keukenpapier.
Je kunt de slijmlaag van de zaden ook weghalen door zand te gebruiken. Doe de zaden samen met het zand in een bakje en zet het weg op een lichte plek. Na een week heeft het zand het vocht opgenomen en zijn de zaden droog.
Ook aubergines, komkommers en courgettes zijn vruchtgewassen waar je de zaadje gemakkelijk uit haalt. Maar op het moment dat je deze vruchten kunt eten, zijn de zaden nog niet rijp. Zaadjes moeten hard, droog en dor zijn. Bij deze gewassen moet je één vrucht zo lang mogelijk laten hangen totdat hij lijkt af te sterven. Op dat moment haal je de zaden uit de vruchten en stop je ze in de grond of droog je ze voor later gebruik.
Bewaren doe je in een potje of envelop op een droge en donkere plaats waar het bovendien niet te koud en niet te warm is. Zo blijven ze langer kiemkrachtig. In de online moestuincursus Moestuinieren met Kinderen leer je alles over het oogsten, de houdbaarheid èn het bewaren van zaden.
Tweejarige moestuinplanten
Er zijn overigens ook tweejarige groenteplanten zoals wortel, biet, pastinaak en kolen. Daarvan is zaad winnen moeilijker, want deze planten geven een jaar later pas zaad. Je moet ze dus laten overwinteren als je er zaad van wilt oogsten.
Soms geven tweejarige planten al in het eerste jaar zaad. Maar dat zaad geeft niet de goede resultaten die je graag ziet. De nakomelingen zullen snel heel lang worden en weinig oogst geven.
Ook uit meerjarige vaste planten kun je zaad winnen.
Zaden ruilen
Veel zaad gewonnen? Dan kun je ruilen via de Zadenbibliotheek of diverse zadenbeursen in Nederland en belgië. Zo kom je weer aan rassen die je nog niet had en help je mee de biodiversiteit in stand te houden.
Mee weten over biologische veredeling, zaadteelt en behoud van biodiversiteit in de landbouw?
Ga naar Zaadgoed.nl, Reclaim the Seeds of Zelfzadentelen.be.
Fotocredits: Droogbonen door Niek Verlaan via Pixabay Pompoenbloem door symphori via Pixabay Wortelbloesem door Prozentzwanzig, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons Zaden verzamelen door US fish and wildlife, gepubliceerd onder CC-licentie.