Het moestuinseizoen begint en we gaan onze moestuinen inrichten. Ook voor heel jonge kinderen is een moestuin erg leuk, maar hoe houden we het uitdagend en veilig?
Voor de ontwikkeling van kinderen is een moestuin geweldig. In de moestuin valt van alles te zien, horen, ruiken en proeven. Moestuinieren ondersteunt kinderen dan ook in hun zintuiglijke ontwikkeling. De namen van planten en groenten die in de moestuin voorbijkomen, dragen bij aan de taalontwikkeling van kinderen. Ook is moestuinieren voor kinderen goed om te leren samenwerken en kunnen kinderen lekker bewegen en zich uitleven in de moestuin.
Je hebt een moestuin, omdat je verse groenten en fruit wilt. Maar stel je doelen niet te hoog, een strakke tuin waar het om de productie draait, is met jonge kinderen vaak niet haalbaar. Ten minste, niet als je ook je peuter een leuke tijd in de tuin wilt bezorgen. Met deze tips wordt het voor jong en oud leuk.
De veilige moestuin
Bij peuters let je nog meer dan bij oudere kinderen op veiligheid. Kinderen, en zeker peuters zijn onderzoekend. Als je tuin niet goed is afgesloten, kunnen ze zomaar op straat belanden. Zorg daarom voor een goede, stevige omheining. En let erop dat peuters een hek of deur niet zelf kunnen openen.
Ook let je op met water. Een vijver omhein je het liefst (in de cursus leer je hier meer over) en een regenton zet je hoog en sluit je af. Let op zware en scherpe voorwerpen en elektrische apparaten.
In een moestuin voor peuters pas je op met planten met giftige besjes, bloemen of bladeren. In de cursus Moestuinieren met Kinderen besteden we hier uitgebreid aandacht aan.
Hieronder een lijst met planten die een risico zijn voor jonge kinderen:
- Anemoon (Anemone)
- Aronskelk (Arum)
- Azalea
- Blauweregen (Wisteria)
- Bosrank (Clematis)
- Buxus
- Cannalelie (Canna)
- Dotterbloem (Caltha palustris)
- Duitse pijp/pijpbloem (Aristolochia)
- Haagwinde (Ipomoea)
- Herfststijlloos (Colchium)
- Hortensia (Hydrangea)
- Hyacint (Hyacinthus)
- Iris
- Kerstroos, winterroos of nieskruid (Helleborus)
- Klaproos (Papaver)
- Klimop (Hedera)
- Lelietje-van-dalen of meiklokje (Convallaria majalis)
- Lobelia, vrijwel alle soorten
- Monnikskap (Aconitum)
- Nachtschade (Solanum, vrijwel alle soorten, dus geen bloemen van paprika, tomaat of aardappel)
- Narcis (Narcissus)
- Oleander (Nerium oleander)
- Pronkerwt (Lathyrus)
- Rhodondendron
- Ridderspoor (Delphinium)
- Salomonszegel (Polygonatum)
- Tabaksplant (Nicotiana tabacum)
- Venijnboom of conifeer (Taxus)
- Vinca of maagdenpalm (Vinca minor en major)
- Vingerhoedskruid (Digitalis)
- Wolfskers (Atropa belladonna)
- Wonderboom of wonderolieboom (Ricinus)
- Zilverkaars (Actaea)
Heb je kleine kinderen én deze planten in de tuin? Let dan op dat zij de bloemen of andere delen van deze planten niet in de mond stoppen.
In de blog Veilig moestuinieren bij school en kinderopvang lees je meer over veiligheid in de moestuin.
De voorbereiding
Zorg bij het inrichten van de moestuin voor een plek in de tuin waar veel zon is en weinig schaduw en voeg veel compost toe zodat de kans op succes (een goede oogst) groter wordt. Zorg tegelijkertijd voor schaduw voor de peuter tijdens een warme dag. Een schaduwplek kun je eenvoudig maken met een grote parasol of een zonnedoek.
Zorg voor een gedegen teeltplan zodat je per dag taken kunt indelen. Natuurlijk moet je in de moestuin reageren op de omstandigheden (droog, onkruid, insecten), maar het is handig als je van tevoren weet wat je gaat doen in de moestuin. Maak de grond alvast los voordat jullie samen gaan, zodat de aarde zacht genoeg is voor een kinderschepje.
Zorg dat de moestuinspulletjes klaarstaan: potje, aarde, grond, schepje, zand en water. Kinderen houden van kleur. Spulletjes in kleur maken de moestuin extra aantrekkelijk.
Markeer de paden
Wij moestuinieren in de volle grond, onder meer omdat het zo gemakkelijker is de grond vruchtbaar en vochtig te houden. Dit betekent dat we de teeltbedden goed moeten afbakenen. We kozen ervoor de paden goed te markeren met schors dat een andere kleur en textuur heeft dan de teeltaarde. De volgende stap is om de peuters te leren op de schors te blijven. Heel kwetsbare plantjes schermen we voor de zekerheid af met gaas.
Je kunt ook blotevoetenpaden aanleggen met verschillende materialen. Waarom op blote voeten lopen belangrijk is, lees je hier.
Lekker proeven
Stel je doelen bij, je moestuin hoeft nu niet perfect te zijn. Misschien zaai je te laat en minder gewassen dan je wilde. Maar een paar gewassen zijn voldoende om je peuter te laten spelen in en proeven van de moestuin.
Enkele gewassen die peuters lekker vinden en die snel groeien zijn sla, cherrytomaatjes en worteltjes. En natuurlijk heb je snoepfruit in de moestuin zoals aardbei, framboos, rode bessen, zwarte bessen, kruisbessen, ananaskers en braam. Het is goed om te weten dat je bij bessenstruiken pas een jaar na aanplant kunt oogsten, bij de blauwe bes kan dat zelfs vier jaar duren.
Eet wat je kweekt. Kinderen imiteren wat ze zien. Als je wilt dat je peuter een radijs probeert, probeer er dan zelf ook een. Als je wilt dat je peuter snijbiet proeft, proef die dan ook. Er zijn veel leuke recepten om met peuters uit te proberen (zoals groentesoep of tomatensaus), maar het is ook leuk om wat gewassen te planten die meteen gegeten kunnen worden zoals aardbeien, bessen en wortels.
Wortelen in een bak
Heb je weinig ruimte of helemaal geen buitenruimte? Dan kun je ook in bakken telen. Bijvoorbeeld wortels.
Gebruik een diepe bak van minimaal 20 cm diep. De wortel zaadjes zijn erg klein, dus jonge kinderen hebben hulp nodig bij het zaaien.
Vanaf half februari kun je binnen zaaien en vanaf half april tot juli buiten. Zaai je later, dan kun je in september en oktober misschien nog wel oogsten, maar groot worden de worteltjes niet meer.
Zie je dat er veel opkomt? Dan is het beter uit te dunnen door sommige zaailingen ter hoogte van de grond af te knippen. Als je dit niet doet, zullen de wortels zich niet goed ontwikkelen. Geef regelmatig water om te voorkomen dat de wortels splijten.
Zaai een paar potten wortelen achter elkaar zodat je een continue aanvoer hebt. Kunnen de kinderen niet 12 weken wachten tot de wortels zich volledig hebben ontwikkeld? Eet dan gewoon de worteltjes.
Kies rassen die geschikt zijn om in potten te kweken, korte stompe wortels zijn het beste. Ook leuk zijn ‘regenboogwortels’ of paarse wortels. Ze zijn niet alleen bijzonder omdat ze niet oranje zijn, de binnenkant van de wortels heeft meestal een andere kleur dan de schil.
Speelmoestuin
Maak van je moestuin een speelmoestuin. Spelen kan voor peuters ook meehelpen zijn. Ze kunnen graven, potten en zakken vullen, rijpe vruchtjes plukken, een gieter dragen, een tuinslang vasthouden, groenten en fruit proeven en een karretje duwen. Wieden zullen ze minder leuk vinden. Geef ze korte klusjes en laat peuters tussendoor spelen met een kindertractor of de kippen voeren als die er zijn.
Tuinieren hoeft niet alleen te bestaan uit water geven, wieden, planten en oogsten. Je kunt in je moestuin ook speelelementen aanbrengen. Twee dingen waar je kinderen altijd blij mee maakt, zijn zand en water. Dat hoeft niet per se een zandbak te zijn, een grote emmer of zandtafel kan ook.
Verder kun je wat speeltjes neerleggen zoals een bal, vergiet en bellenblaas. Heb je genoeg ruimte in je moestuin? Dan kun je ook denken aan een schommel, trampoline, glijbaan en speelhuisje. Maar een kuil of een berg begroeid met gras vinden kinderen ook al erg leuk om in en op te spelen.
Kies voor een zachte natuurlijk ondergrond en niet voor tegels op de speelplek.
Lekker proeven
Het is prima als je peuter bonenzaden hamstert en zich onder de zonnebloemen verstopt. Peuters zullen tomaten plukken als deze nog groen zijn, aardbeienplantjes uit de grond graven en stengels afbreken. Ze stoppen 32 zaadjes in één gat en vergeten zaad in de ander gaatjes te doen. Met compost bouwen ze zandkastelen.
Peuters zijn te jong om het grote geheel te zien en denken niet in vaste structuren. Maak je niet druk om wat schade en moestuinier in kleine stapjes. Het is verleidelijk ernaar te streven dat een klus als mulchen in één middag klaar moet zijn, maar neem pauzes en kom als dat niet lukt wat vaker terug om het af te maken.
Ouders met peuters moeten nog even geduld hebben. Over een poosje kun je weer in rijen planten en gaan voor de oogst. Nu is het de tijd voor een warrige en vooral vrolijke moestuin.
Jong meisje in de moestuin door Nenad Stojkovic (Flickr) gepubliceerd onder CC-licentie. Regenboogwortels door Melissa Wiese (Flickr) gepubliceerd onder CC-licentie.